De natuurwaarde van een gebied is de waarde die een bepaald gebied heeft, gezien vanuit het perspectief van natuurbescherming. Criteria voor het bepalen van de natuurwaarde van een gebied kan van verschillende criteria gebruik worden gemaakt, zoals criteria die betrekking hebben op de kwaliteit van de flora, de fauna, het landschap of de geologische gesteldheid.
Flora en fauna
Criteria met het oog op flora en fauna kunnen te maken hebben met de aanwezigheid van planten of dieren die ofwel zeldzaam, ofwel bedreigd ofwel karakteristiek zijn. Een gebied kan ook zijn natuurwaarde ontlenen aan het feit dat het een bepaald percentage van de populatie van een bepaalde soort herbergt. Een ander criterium is dat er juist veel verschillende soorten voorkomen.
Landschap
Criteria met het oog op het landschap betreffen de aanwezigheid van bepaalde (kleine) landschapselementen zoals molens, pingoruines en heggen, geomorfologische patronen zoals stuwwallen of bepaalde cultuurhistorische landschapspatronen (landschapsbeeld) zoals essenlandschappen. Sommigen rekenen 'landschap' niet tot natuurwaarde maar tot de cultuurhistorische waarde.
Geomorfologische gesteldheid
Criteria met het oog op geomorfologische gesteldheid kunnen gaan over het aan de oppervlakte komen van bijzondere aardlagen of de aanwezigheid van bijvoorbeeld bepaalde rotsformaties.
Onderzoek
Soms doelt men bij natuurwaarde specifiek op de waarde voor natuurwetenschappelijk onderzoek, met name gericht op de flora, fauna en geologie. Vroeger heette dit de natuurwetenschappelijke waarde van een gebied.
Omvang
De natuurwaarde van een gebied kan worden afgeleid uit de natuurkwaliteit volgens een of alle bovenstaande criteria maar dan gecombineerd met de omvang van het betreffende gebied.